Onze collectieve geschiedenis in Nederland

Een bijzonder boek over ’50 jaar onafhankelijkheid van Suriname’ – vijftig verhalen, één gedeelde geschiedenis

Boek 50 jaar onafhankelijkheid van Suriname

Vijftig jaar onafhankelijkheid. Vijftig persoonlijke verhalen. Dit boek biedt een unieke blik op de geschiedenis, cultuur en samenleving van Suriname en de blijvende verbinding met Nederland. Aan de hand van 50 verhalen – 25 van Surinaamse Nederlanders en 25 van Nederlanders die ‘iets’ met Suriname hebben – ontvouwen zich de thema’s die het land en zijn mensen hebben gevormd: slavernijverleden, onafhankelijkheid, migratie, integratie, economie, politiek, media, erfgoed en cultuur.


Van Jan Pronk, oud-minister die betrokken was bij de onafhankelijkheidsbesprekingen, tot Noraly Beyer die als nieuwslezeres de politieke onrust van dichtbij meemaakte; van Ram Rambaratsingh die zich in Nederland inzette voor rechtvaardigheid, tot Kai Hing Li die de Surinaamse toko’s naar Amsterdam bracht – hun verhalen geven een gezicht aan het nabije verleden en aan de hoop voor de toekomst.


De lezers maken kennis met de pioniers, wetenschappers, activisten, zorgprofessionals, ondernemers en kunstenaars die hun leven op uiteenlopende manieren verweven hebben met Suriname. Ze vertellen over hun jeugd, hun professionele loopbaan, hun idealen en uitdagingen, over heimwee, verbondenheid en inzet voor mens en maatschappij. Of het nu gaat over het opzetten van ontwikkelingsprojecten in het binnenland of de culturele erkenning van inheemsen; over financiële en economische betrokkenheid of theater, onderwijs en vrijwilligerswerk – de verhalen zijn even divers en veelkleurig als de bevolking en geschiedenis van Suriname zelf.


50 jaar onafhankelijkheid van Suriname is méér dan een bundel herinneringen: het spiegelt zowel menselijke ervaringen als maatschappelijke en historische veranderingen – en viert daarmee de warme banden tussen Nederland en Suriname. Ontdek – achter de verhalen en de persoonlijke reflecties op migratie, erfgoed en cultuur – de blijvende impact van vijftig jaar onafhankelijkheid op de levens van velen.


Over de auteurs


Şahin Yıldırım
 is schrijver, projectleider en een krachtige stem in het debat over migratie, diversiteit en onderwijs. Hij publiceerde eerder onder meer 60 jaar, 60 verhalen over de Turkse arbeidsmigratie, Een halve eeuw in Nederland over vijftig jaar Marokkaanse arbeidsmigratie, en Grenzeloze Liefdes over gemengde relaties. Ook werkte hij als medeauteur mee aan het boek 50 jaar onafhankelijkheid van Suriname.


Sinds 2014 is hij lid van de Raad van Advies van het Nederlands Onderwijsplatform (NEDOP), waar hij zich inzet voor externe betrekkingen en maatschappelijke vernieuwing. Met zijn werk belicht hij hardnekkige thema’s als migratie, discriminatie en diversiteit, steeds met oog voor verbinding en verandering.


Louise Dijkmans heeft de School voor Journalistiek (SvJ) gedaan in Utrecht. Ze is een allround communicatieprofessional, redacteur en copywriter. Louise is goed bekend met meerdere culturen en heeft met plezier bijgedragen aan dit boekwerk.

Shawintala Banwarie werkt als journalist en opiniemaker bij De Kanttekening en bij Volzin Magazine. Daarnaast is zij betrokken bij de interreligieuze dialoog tussen Hindoeïsme, Islam en Christendom. En verdiept zij zich in de mensenrechtensituatie in Zuid-Azië. Shawintala volgt de opleiding Religiewetenschappen aan de Universiteit Leiden.

Boek kopen?

Dit boek laat de impact van vijftig jaar Surinaamse onafhankelijkheid zien aan de hand van persoonlijke verhalen. Het viert én verdiept de blijvende band tussen Suriname en Nederland.

Interesse? Bestel 50 jaar onafhankelijkheid van Suriname nu alvast via onderstaande link:

https://50jaaronafhankelijkheidvansuriname.nl/bestellenhttps://50jaaronafhankelijkheidvansuriname.nl/bestellen/

Marokko

Mohamedi El Banihiati naar de Bemuurde Weerd voor een ontmoeting

Met een groot pak onder de arm komt Mohamedi El Banihiati naar de Bemuurde Weerd voor een ontmoeting met zijn oude werkgevers Arnold en John Schat van bakkerij Do Schat. Samen kijken ze naar een filmfragment over de bakkerij in het begin van de jaren zeventig, toen daar veel gastarbeiders werkten. El Banihiati was hun eerste buitenlandse werknemer.

Leuke herinneringen worden opgehaald. Hoe hij begon als schoonmaker, al snel in de bakkerij gebak stond te maken en een eigen wijk kreeg om brood te bezorgen. El Banihiati vond bij hen niet alleen een baan, maar kon ook wonen boven de zaak. Een schilderij “de bakkerij” van Anton Pieck, dat daar hing heeft hij al die jaren bewaard. Hij wil het nu weer terug geven aan de familie Schat.

Turkije

Van arbeider tot politicus

Necati Genç (1932, Gümüşhane) werkte als medisch officier in Turkije. Tijdens zijn dienstplicht in Erzurum won hij medailles met skiwedstrijden. Zijn vader werkte als ambtenaar bij een postkantoor. Hij wilde graag studeren, maar kon geen studiebeurs krijgen. In Ankara volgde hij een vierjarige medische opleiding.

De avontuurlijke Necati Genç is waarschijnlijk de allereerste Turkse migrant in Nederland. Hij kwam in 1959 in Nederland wonen nadat hij vier jaar met een vrachtschip landmijnen naar Amerika, Canada, Engeland en Duitsland had gebracht. Genç was bovendien de eerste Turkse tolk en maatschappelijk medewerker in Nederland.

Een bijzonder boek over ’50 jaar onafhankelijkheid van Suriname’ – vijftig verhalen, één gedeelde geschiedenis

Gastarbeiders uit Griekenland

Met de komst van Griekse gastarbeiders in de jaren zestig begon de Griekse gemeenschap pas echt te groeien. In 1966 sloten de Nederlandse en Griekse regering een wervingsverdrag, waarna Nederlandse bedrijven in Griekenland arbeiders konden werven. In de praktijk gebeurde dat overigens al vanaf 1961. Bedrijven zoals de Staatsmijnen, Royal Sphinx (Maastricht), de garenspinnerij NYMA (Nijmegen) en De Vries Robbé (Gorinchem) trokken toen op eigen initiatief naar Griekenland. Bovendien hadden België (1957) en Duitsland (1960) al eerder een officieel verdrag getekend, waardoor er ook een migratie van Grieken uit die landen naar Nederland op gang kwam. Wanneer het werk in de Belgische mijnen te zwaar werd, zocht men vlak over de grens naar betere omstandigheden.

Een grote concentratie Grieken ontstond in Utrecht, waar zij naar verhouding oververtegenwoordigd zijn. In de loop van de jaren zeventig openden de eerste Griekse restaurants hun deuren. Het land werd steeds populairder als vakantiebestemming, wat hun populariteit in Nederland deed toenemen.De meerderheid van de Grieken in Nederland komt uit de noordelijke gebieden Macedonië en Tracië. Alleen in de havenstad Rotterdam wonen ook Grieken van de eilanden en van de Peloponnesos. In de jaren zestig steeg het aantal Grieken door de arbeidsmigratie, totdat de oliecrisis daar een eind aan maakte.

Vanwege de toetreding van Griekenland tot de EU (1981) konden Grieken vanaf 1988 gebruikmaken van het vrije arbeidsverkeer van werknemers. Als gevolg daarvan neemt hun aantal in Nederland vanaf het einde van de jaren tachtig weer toe. In 2010 woonden er 14.241 Grieken in Nederland.

Algerije

Van arbeider tot politicus

Gino Scalzo gaat in 1963 aan de slag in de Nederlandse Kabelfabriek (N.K.F.) in Delft. Zijn broer werkt daar dan al.
Gino wordt op 26 april 1941 in de provincie Palermo op Sicilië geboren. Zijn vader heeft een boerenbedrijf. Als jonge man werkt Gino in de boerderij en in de bouw. Hij komt in Delft terecht na een moeilijke periode van werk en verblijf in Zwitserland en Duitsland.

Scalzo heeft zich op politiek en sociaal front altijd ingezet voor de zwakkeren in de samenleving, niet alleen voor migrantengroepen. Als in 1986 migranten voor de gemeenteraad mogen stemmen, wordt hij gevraagd zich kandidaat te stellen. Hij twijfelt. Hij heeft een voltijdbaan bij de NKF en daarnaast is hij landelijk voorzitter van de FILEF (Federazione Italiani Emigrati e Famiglie), lid van de Districtsraad en de Bondsraad, voorzitter van de bedrijfsledengroep FNV, lid van het landelijke adviesorgaan voor minderheden van de Industriebond en lid van de Commissie etnische groepen.

Daarnaast zit hij in een commissie die het partijbestuur en Tweede Kamerleden van de PvdA adviseert en in de begeleidingscommissie van de Sociale Raadslieden, een adviesorgaan van B&W in Delft.
Na 14 jaar raadslid te zijn geweest en met de komst van zijn eerste kleinkind in 2000, stopt Scalzo met het gemeenteraadswerk. Tot op de dag van vandaag is hij maatschappelijk betrokken.

Italie

Van arbeider tot politicus

Gino Scalzo gaat in 1963 aan de slag in de Nederlandse Kabelfabriek (N.K.F.) in Delft. Zijn broer werkt daar dan al.
Gino wordt op 26 april 1941 in de provincie Palermo op Sicilië geboren. Zijn vader heeft een boerenbedrijf. Als jonge man werkt Gino in de boerderij en in de bouw. Hij komt in Delft terecht na een moeilijke periode van werk en verblijf in Zwitserland en Duitsland.

Scalzo heeft zich op politiek en sociaal front altijd ingezet voor de zwakkeren in de samenleving, niet alleen voor migrantengroepen. Als in 1986 migranten voor de gemeenteraad mogen stemmen, wordt hij gevraagd zich kandidaat te stellen. Hij twijfelt. Hij heeft een voltijdbaan bij de NKF en daarnaast is hij landelijk voorzitter van de FILEF (Federazione Italiani Emigrati e Famiglie), lid van de Districtsraad en de Bondsraad, voorzitter van de bedrijfsledengroep FNV, lid van het landelijke adviesorgaan voor minderheden van de Industriebond en lid van de Commissie etnische groepen.

Daarnaast zit hij in een commissie die het partijbestuur en Tweede Kamerleden van de PvdA adviseert en in de begeleidingscommissie van de Sociale Raadslieden, een adviesorgaan van B&W in Delft.
Na 14 jaar raadslid te zijn geweest en met de komst van zijn eerste kleinkind in 2000, stopt Scalzo met het gemeenteraadswerk. Tot op de dag van vandaag is hij maatschappelijk betrokken.

Spanje

Spaanse arbeiders 50 jaar in Nederland

Vanaf de jaren ’50 kwamen de eerste gastarbeiders uit Spanje naar Nederland. De Spaanse migranten kwamen vanwege economische redenen maar bij een flink aantal speelde ook politieke redenen een rol. De meesten gingen naar Frankrijk, maar spoedig waren zij ook in Nederland te vinden. Daar werden zij vooral door grote bedrijven geworven, zoals Hoogovens vanaf 1958, in de mijnen, bij Philips Eindhoven, de Twentse textielindustrie, in de Rotterdamse havens en bij de Demka in Utrecht.

Het Franco-regime

In Spanje had Franco met zijn fascistische Falange-beweging zich stevig gevestigd. Hij werd actief gesteund door de Rooms-katholieke kerk. In de context van van de Koude Oorlog streed Spanje ook tegen het communisme. Er werden vier belangrijke Amerikaanse militaire bases in Spanje gevestigd. In feite was deze dictatuur hiermee een soort lid van de NATO. Op het einde van zijn regime probeerde Franco zijn steeds minder populaire bewind te redden. Onder meer door prins Juan-Carlos als zijn opvolger aan te wijzen. Dat kon omdat de monarchie nooit officieel was afgeschaft. De prins kreeg inderdaad de macht na de dood van de dictator in 1975, maar het pakte anders uit dan voorzien. Spanje werd namelijk snel een democratie in de vorm van een constitutionele monarchie. Tien jaar later sloot het land zich aan bij de EEG.