Onze collectieve geschiedenis in Nederland

De lange relatie tussen Nederland en Suriname

Hans Ramsoedh

Op 25 november 2025 is het vijftig jaar geleden dat Suriname onafhankelijk werd van Nederland. Daarmee kwam officieel een einde aan een relatie die begon in 1667, toen Suriname een kolonie werd. Toch betekende die onafhankelijkheid geen breuk. Met ruim 360.000 Surinamers in Nederland – meer dan de helft van de Surinaamse bevolking – en het Nederlands als officiële taal in Suriname, zijn beide landen en hun mensen nog altijd nauw met elkaar verbonden. Er is simpelweg te veel Suriname in Nederland, en te veel Nederland in Suriname, om elkaar ooit als vreemden of willekeurig buitenland te zien.
Al vóór 1945 vertrokken Surinamers naar Nederland, in die tijd vooral voor studie. Vanaf de jaren vijftig en zestig kreeg deze migratie een blijvender karakter.


In die periode verliep de integratie relatief voorspoedig: werk vinden was doorgaans mogelijk en behalve op het gebied van huisvesting werd weinig melding gemaakt van racisme of discriminatie. Vanaf het midden van de jaren zestig veranderde dit beeld echter ingrijpend. De toenemende migratie riep in politiek en media fundamentele vragen op over de integratie van Surinamers. Deze beeldvorming werd verder aangewakkerd door de massale migratie in de aanloop naar de Surinaamse onafhankelijkheid in 1975.


Langzaam maar zeker veranderde het beeld vanaf de jaren negentig. Succesverhalen van Surinaamse Nederlanders – vooral in sport, media, muziek en cultuur – droegen bij aan een genuanceerder en positiever beeld.
Het maatschappelijk imago van Surinamers veranderde zo sterk door de tijd heen. Waar zij aanvankelijk vaak werden gestigmatiseerd, werden zij in de jaren negentig juist regelmatig genoemd als voorbeeld van geslaagde integratie, vergelijkbaar met de Indische Nederlanders. Dit laat zien dat integratie geen vaststaand proces is, maar meebeweegt met tijd en omstandigheden. Uiteindelijk hangt het vooral af van de bereidheid van de ontvangende samenleving om nieuwkomers te erkennen als volwaardige leden, in plaats van hen te zien als een bedreiging voor de nationale identiteit.
In Vijftig jaar Onafhankelijkheid van Suriname worden de banden tussen Suriname en Nederland zichtbaar gemaakt aan de hand van vijftig persoonlijke verhalen. Vijfentwintig Surinaamse Nederlanders vertellen over hun band met Suriname en hoe het was om in Nederland op te groeien. Daarnaast delen vijfentwintig Nederlanders hun persoonlijke of professionele ervaringen met Suriname en Surinamers.


De verhalen tonen hoe rijk en veelzijdig de ontmoeting tussen beide culturen is. Soms schuurt het, maar veel vaker leidt het tot wederzijds begrip, herkenning en verrijking. Surinaamse Nederlanders brengen hun geschiedenis, cultuur en tradities tot leven en laten zien hoe zij hun plek in Nederland hebben gevonden. Nederlanders laten zien hoe hun ontmoetingen met Suriname en Surinamers hun kijk op de wereld hebben veranderd.
Met dit project wilden de samenstellers niet alleen herinneringen vastleggen, maar ook laten zien hoe de lange relatie tussn Nederland en Suriname en persoonlijke ervaringen samenhangen met grotere maatschappelijke en historische ontwikkelingen. Waar het grote verhaal over migratie vaak wordt verteld in cijfers en beleidsdiscussies, geven juist deze kleine verhalen kleur en betekenis aan dat grotere geheel.


Samen geven deze vijftig getuigenissen een beeld van een relatie die niet ophoudt bij grenzen of politieke veranderingen. Ze maken duidelijk hoe verleden en heden met elkaar verbonden zijn: van een gedeeld koloniaal verleden, via migratie en integratie, tot de voortdurende culturele uitwisseling tussen beide landen. Tegelijkertijd wordt zichtbaar dat deze verbondenheid ook richting geeft aan de toekomst. In die toekomst zullen Suriname en Nederland, ondanks verschillen, deel blijven uitmaken van elkaars werkelijkheid -gedragen door een gedeelde geschiedenis en verrijkt door blijvend contact. Vijftig jaar onafhankelijkheid van Suriname verbindt verleden, heden en toekomst: het laat ons leren van het verleden, het heden beter begrijpen en biedt inspiratie voor de toekomst.

Dr Hans Ramsoedh

Marokko

Mohamedi El Banihiati naar de Bemuurde Weerd voor een ontmoeting

Met een groot pak onder de arm komt Mohamedi El Banihiati naar de Bemuurde Weerd voor een ontmoeting met zijn oude werkgevers Arnold en John Schat van bakkerij Do Schat. Samen kijken ze naar een filmfragment over de bakkerij in het begin van de jaren zeventig, toen daar veel gastarbeiders werkten. El Banihiati was hun eerste buitenlandse werknemer.

Leuke herinneringen worden opgehaald. Hoe hij begon als schoonmaker, al snel in de bakkerij gebak stond te maken en een eigen wijk kreeg om brood te bezorgen. El Banihiati vond bij hen niet alleen een baan, maar kon ook wonen boven de zaak. Een schilderij “de bakkerij” van Anton Pieck, dat daar hing heeft hij al die jaren bewaard. Hij wil het nu weer terug geven aan de familie Schat.

Turkije

Van arbeider tot politicus

Necati Genç (1932, Gümüşhane) werkte als medisch officier in Turkije. Tijdens zijn dienstplicht in Erzurum won hij medailles met skiwedstrijden. Zijn vader werkte als ambtenaar bij een postkantoor. Hij wilde graag studeren, maar kon geen studiebeurs krijgen. In Ankara volgde hij een vierjarige medische opleiding.

De avontuurlijke Necati Genç is waarschijnlijk de allereerste Turkse migrant in Nederland. Hij kwam in 1959 in Nederland wonen nadat hij vier jaar met een vrachtschip landmijnen naar Amerika, Canada, Engeland en Duitsland had gebracht. Genç was bovendien de eerste Turkse tolk en maatschappelijk medewerker in Nederland.

De lange relatie tussen Nederland en Suriname

Gastarbeiders uit Griekenland

Met de komst van Griekse gastarbeiders in de jaren zestig begon de Griekse gemeenschap pas echt te groeien. In 1966 sloten de Nederlandse en Griekse regering een wervingsverdrag, waarna Nederlandse bedrijven in Griekenland arbeiders konden werven. In de praktijk gebeurde dat overigens al vanaf 1961. Bedrijven zoals de Staatsmijnen, Royal Sphinx (Maastricht), de garenspinnerij NYMA (Nijmegen) en De Vries Robbé (Gorinchem) trokken toen op eigen initiatief naar Griekenland. Bovendien hadden België (1957) en Duitsland (1960) al eerder een officieel verdrag getekend, waardoor er ook een migratie van Grieken uit die landen naar Nederland op gang kwam. Wanneer het werk in de Belgische mijnen te zwaar werd, zocht men vlak over de grens naar betere omstandigheden.

Een grote concentratie Grieken ontstond in Utrecht, waar zij naar verhouding oververtegenwoordigd zijn. In de loop van de jaren zeventig openden de eerste Griekse restaurants hun deuren. Het land werd steeds populairder als vakantiebestemming, wat hun populariteit in Nederland deed toenemen.De meerderheid van de Grieken in Nederland komt uit de noordelijke gebieden Macedonië en Tracië. Alleen in de havenstad Rotterdam wonen ook Grieken van de eilanden en van de Peloponnesos. In de jaren zestig steeg het aantal Grieken door de arbeidsmigratie, totdat de oliecrisis daar een eind aan maakte.

Vanwege de toetreding van Griekenland tot de EU (1981) konden Grieken vanaf 1988 gebruikmaken van het vrije arbeidsverkeer van werknemers. Als gevolg daarvan neemt hun aantal in Nederland vanaf het einde van de jaren tachtig weer toe. In 2010 woonden er 14.241 Grieken in Nederland.

Algerije

Van arbeider tot politicus

Gino Scalzo gaat in 1963 aan de slag in de Nederlandse Kabelfabriek (N.K.F.) in Delft. Zijn broer werkt daar dan al.
Gino wordt op 26 april 1941 in de provincie Palermo op Sicilië geboren. Zijn vader heeft een boerenbedrijf. Als jonge man werkt Gino in de boerderij en in de bouw. Hij komt in Delft terecht na een moeilijke periode van werk en verblijf in Zwitserland en Duitsland.

Scalzo heeft zich op politiek en sociaal front altijd ingezet voor de zwakkeren in de samenleving, niet alleen voor migrantengroepen. Als in 1986 migranten voor de gemeenteraad mogen stemmen, wordt hij gevraagd zich kandidaat te stellen. Hij twijfelt. Hij heeft een voltijdbaan bij de NKF en daarnaast is hij landelijk voorzitter van de FILEF (Federazione Italiani Emigrati e Famiglie), lid van de Districtsraad en de Bondsraad, voorzitter van de bedrijfsledengroep FNV, lid van het landelijke adviesorgaan voor minderheden van de Industriebond en lid van de Commissie etnische groepen.

Daarnaast zit hij in een commissie die het partijbestuur en Tweede Kamerleden van de PvdA adviseert en in de begeleidingscommissie van de Sociale Raadslieden, een adviesorgaan van B&W in Delft.
Na 14 jaar raadslid te zijn geweest en met de komst van zijn eerste kleinkind in 2000, stopt Scalzo met het gemeenteraadswerk. Tot op de dag van vandaag is hij maatschappelijk betrokken.

Italie

Van arbeider tot politicus

Gino Scalzo gaat in 1963 aan de slag in de Nederlandse Kabelfabriek (N.K.F.) in Delft. Zijn broer werkt daar dan al.
Gino wordt op 26 april 1941 in de provincie Palermo op Sicilië geboren. Zijn vader heeft een boerenbedrijf. Als jonge man werkt Gino in de boerderij en in de bouw. Hij komt in Delft terecht na een moeilijke periode van werk en verblijf in Zwitserland en Duitsland.

Scalzo heeft zich op politiek en sociaal front altijd ingezet voor de zwakkeren in de samenleving, niet alleen voor migrantengroepen. Als in 1986 migranten voor de gemeenteraad mogen stemmen, wordt hij gevraagd zich kandidaat te stellen. Hij twijfelt. Hij heeft een voltijdbaan bij de NKF en daarnaast is hij landelijk voorzitter van de FILEF (Federazione Italiani Emigrati e Famiglie), lid van de Districtsraad en de Bondsraad, voorzitter van de bedrijfsledengroep FNV, lid van het landelijke adviesorgaan voor minderheden van de Industriebond en lid van de Commissie etnische groepen.

Daarnaast zit hij in een commissie die het partijbestuur en Tweede Kamerleden van de PvdA adviseert en in de begeleidingscommissie van de Sociale Raadslieden, een adviesorgaan van B&W in Delft.
Na 14 jaar raadslid te zijn geweest en met de komst van zijn eerste kleinkind in 2000, stopt Scalzo met het gemeenteraadswerk. Tot op de dag van vandaag is hij maatschappelijk betrokken.

Spanje

Spaanse arbeiders 50 jaar in Nederland

Vanaf de jaren ’50 kwamen de eerste gastarbeiders uit Spanje naar Nederland. De Spaanse migranten kwamen vanwege economische redenen maar bij een flink aantal speelde ook politieke redenen een rol. De meesten gingen naar Frankrijk, maar spoedig waren zij ook in Nederland te vinden. Daar werden zij vooral door grote bedrijven geworven, zoals Hoogovens vanaf 1958, in de mijnen, bij Philips Eindhoven, de Twentse textielindustrie, in de Rotterdamse havens en bij de Demka in Utrecht.

Het Franco-regime

In Spanje had Franco met zijn fascistische Falange-beweging zich stevig gevestigd. Hij werd actief gesteund door de Rooms-katholieke kerk. In de context van van de Koude Oorlog streed Spanje ook tegen het communisme. Er werden vier belangrijke Amerikaanse militaire bases in Spanje gevestigd. In feite was deze dictatuur hiermee een soort lid van de NATO. Op het einde van zijn regime probeerde Franco zijn steeds minder populaire bewind te redden. Onder meer door prins Juan-Carlos als zijn opvolger aan te wijzen. Dat kon omdat de monarchie nooit officieel was afgeschaft. De prins kreeg inderdaad de macht na de dood van de dictator in 1975, maar het pakte anders uit dan voorzien. Spanje werd namelijk snel een democratie in de vorm van een constitutionele monarchie. Tien jaar later sloot het land zich aan bij de EEG.