Onze collectieve geschiedenis in Nederland

De boekpresentatie en de opening van de fototentoonstelling ´50 jaar Onafhankelijkheid van Suriname´ in Den Haag was een groot succes.

25e6d632 bf1e 45f3 8512 3736e1307e10

De feestelijke boekpresentatie en de opening van de fototentoonstelling 50 jaar Onafhankelijkheid van Suriname trokken in Den Haag een warm en betrokken publiek. Al meer dan twee jaar werkt een bevlogen team van de werkgroep 50 jaar Onafhankelijkheid van Suriname, onder leiding van Sahin Yildirim, aan dit multidisciplinaire project. Wat ooit begon als een droom, groeide uit tot een inspirerende ontmoeting tussen geschiedenis, gemeenschap en toekomst.

De avond begon met prachtige muziek van Ronald Snijder, waarin de liefde voor Suriname centraal stond. Daarna opende dagvoorzitter Jane S. Kuldipsingh het programma met een warm welkom en een persoonlijk verhaal dat velen diep raakte. Wethouder Nur Icar benadrukte vervolgens de moed van de eerste generatie Surinaamse migranten en hoe Den Haag voor velen is uitgegroeid tot het kloppend hart van de Surinaamse gemeenschap.

In zijn toespraak stond projectleider en medeauteur Sahin Yildirim stil bij de migratie na de Tweede Wereldoorlog, de onafhankelijkheid van Suriname en de betekenis van de relatie tussen beide landen — bekeken door de lens van verleden, heden en toekomst. Zijn slotwoorden maakten grote indruk: “Wie het verleden niet eert, verliest de toekomst. Wie zijn wortels vernietigt, kan niet groeien.”

Tijdens het panelgesprek deelden Harry van Bommel, Hariëtte Mingoen en Asha Gaalman waarom dit project voor hen zo waardevol en uniek is.

Aan het einde van de boekpresentatie ontvingen Araya Sumter, directeur-generaal Sociale Zekerheid en Participatie, en wethouder Nur Icar een exemplaar van het boek uit handen van de medeauteurs Louise Dijkmans en Shawintala Banwarie. Sahin Yildirim werd verrast met een Surinaams speldje als blijk van waardering. Dagvoorzitter Kuldipsingh sprak hem toe met de woorden: “Welkom broeder Sahin, je bent een van ons.”

Ook de Raad van Advies, bestaande uit Astrid Echteld MPC, Jane Kuldipsingh, Hans Zuiver (MSc) en Drs. Johanna S. Rambaran, werd bedankt voor hun waardevolle bijdrage achter de schermen.

Alle deelnemers aan het boek ontvingen een gratis exemplaar en werden verrast met een persoonlijke portretfoto, gemaakt door fotograaf Asha Gaalman.

Het tweede deel van het programma werd feestelijk geopend door Jahmera en Lionel, kleinkinderen van Surinaamse migranten. Zij hadden de eer om de fototentoonstelling officieel te openen — een moment dat symbool stond voor de verbinding tussen generaties. Daarna konden bezoekers de tentoonstelling in alle rust bewonderen.

Aan het einde van de bijenkomst sprak de dagvoorzitter haar dank uit aan alle deelnemers, bezoekers en iedereen die achter de schermen heeft meegewerkt. Hun vertrouwen, betrokkenheid en onvermoeibare energie maakten deze dag onvergetelijk.

Foto’s: Cenkay Sahinalp en Waldo Koendjbiharie.

…………………………………………………………………………..

Wilt u meer weten over de lange geschiedenis tussen Nederland en Suriname? Benieuwd wat er in de afgelopen 50 jaar is veranderd, in Suriname én in Nederland?
Dan kunt u ons boek 50 jaar Onafhankelijkheid van Suriname via:https://50jaaronafhankelijkheidvansuriname.nl/bestellen/

DSC 1482
b67f05e4 1b3b 476d 9439 268b407b6f03
opening expo 3
30f12c0a 49bb 4390 a12f 58af7b5cf40b
DSC 1643
boek 50 jaar onafhankelijkheid van Suriname
DSC 1575
DSC 1504
Marokko

Mohamedi El Banihiati naar de Bemuurde Weerd voor een ontmoeting

Met een groot pak onder de arm komt Mohamedi El Banihiati naar de Bemuurde Weerd voor een ontmoeting met zijn oude werkgevers Arnold en John Schat van bakkerij Do Schat. Samen kijken ze naar een filmfragment over de bakkerij in het begin van de jaren zeventig, toen daar veel gastarbeiders werkten. El Banihiati was hun eerste buitenlandse werknemer.

Leuke herinneringen worden opgehaald. Hoe hij begon als schoonmaker, al snel in de bakkerij gebak stond te maken en een eigen wijk kreeg om brood te bezorgen. El Banihiati vond bij hen niet alleen een baan, maar kon ook wonen boven de zaak. Een schilderij “de bakkerij” van Anton Pieck, dat daar hing heeft hij al die jaren bewaard. Hij wil het nu weer terug geven aan de familie Schat.

Turkije

Van arbeider tot politicus

Necati Genç (1932, Gümüşhane) werkte als medisch officier in Turkije. Tijdens zijn dienstplicht in Erzurum won hij medailles met skiwedstrijden. Zijn vader werkte als ambtenaar bij een postkantoor. Hij wilde graag studeren, maar kon geen studiebeurs krijgen. In Ankara volgde hij een vierjarige medische opleiding.

De avontuurlijke Necati Genç is waarschijnlijk de allereerste Turkse migrant in Nederland. Hij kwam in 1959 in Nederland wonen nadat hij vier jaar met een vrachtschip landmijnen naar Amerika, Canada, Engeland en Duitsland had gebracht. Genç was bovendien de eerste Turkse tolk en maatschappelijk medewerker in Nederland.

De boekpresentatie en de opening van de fototentoonstelling ´50 jaar Onafhankelijkheid van Suriname´ in Den Haag was een groot succes.

Gastarbeiders uit Griekenland

Met de komst van Griekse gastarbeiders in de jaren zestig begon de Griekse gemeenschap pas echt te groeien. In 1966 sloten de Nederlandse en Griekse regering een wervingsverdrag, waarna Nederlandse bedrijven in Griekenland arbeiders konden werven. In de praktijk gebeurde dat overigens al vanaf 1961. Bedrijven zoals de Staatsmijnen, Royal Sphinx (Maastricht), de garenspinnerij NYMA (Nijmegen) en De Vries Robbé (Gorinchem) trokken toen op eigen initiatief naar Griekenland. Bovendien hadden België (1957) en Duitsland (1960) al eerder een officieel verdrag getekend, waardoor er ook een migratie van Grieken uit die landen naar Nederland op gang kwam. Wanneer het werk in de Belgische mijnen te zwaar werd, zocht men vlak over de grens naar betere omstandigheden.

Een grote concentratie Grieken ontstond in Utrecht, waar zij naar verhouding oververtegenwoordigd zijn. In de loop van de jaren zeventig openden de eerste Griekse restaurants hun deuren. Het land werd steeds populairder als vakantiebestemming, wat hun populariteit in Nederland deed toenemen.De meerderheid van de Grieken in Nederland komt uit de noordelijke gebieden Macedonië en Tracië. Alleen in de havenstad Rotterdam wonen ook Grieken van de eilanden en van de Peloponnesos. In de jaren zestig steeg het aantal Grieken door de arbeidsmigratie, totdat de oliecrisis daar een eind aan maakte.

Vanwege de toetreding van Griekenland tot de EU (1981) konden Grieken vanaf 1988 gebruikmaken van het vrije arbeidsverkeer van werknemers. Als gevolg daarvan neemt hun aantal in Nederland vanaf het einde van de jaren tachtig weer toe. In 2010 woonden er 14.241 Grieken in Nederland.

Algerije

Van arbeider tot politicus

Gino Scalzo gaat in 1963 aan de slag in de Nederlandse Kabelfabriek (N.K.F.) in Delft. Zijn broer werkt daar dan al.
Gino wordt op 26 april 1941 in de provincie Palermo op Sicilië geboren. Zijn vader heeft een boerenbedrijf. Als jonge man werkt Gino in de boerderij en in de bouw. Hij komt in Delft terecht na een moeilijke periode van werk en verblijf in Zwitserland en Duitsland.

Scalzo heeft zich op politiek en sociaal front altijd ingezet voor de zwakkeren in de samenleving, niet alleen voor migrantengroepen. Als in 1986 migranten voor de gemeenteraad mogen stemmen, wordt hij gevraagd zich kandidaat te stellen. Hij twijfelt. Hij heeft een voltijdbaan bij de NKF en daarnaast is hij landelijk voorzitter van de FILEF (Federazione Italiani Emigrati e Famiglie), lid van de Districtsraad en de Bondsraad, voorzitter van de bedrijfsledengroep FNV, lid van het landelijke adviesorgaan voor minderheden van de Industriebond en lid van de Commissie etnische groepen.

Daarnaast zit hij in een commissie die het partijbestuur en Tweede Kamerleden van de PvdA adviseert en in de begeleidingscommissie van de Sociale Raadslieden, een adviesorgaan van B&W in Delft.
Na 14 jaar raadslid te zijn geweest en met de komst van zijn eerste kleinkind in 2000, stopt Scalzo met het gemeenteraadswerk. Tot op de dag van vandaag is hij maatschappelijk betrokken.

Italie

Van arbeider tot politicus

Gino Scalzo gaat in 1963 aan de slag in de Nederlandse Kabelfabriek (N.K.F.) in Delft. Zijn broer werkt daar dan al.
Gino wordt op 26 april 1941 in de provincie Palermo op Sicilië geboren. Zijn vader heeft een boerenbedrijf. Als jonge man werkt Gino in de boerderij en in de bouw. Hij komt in Delft terecht na een moeilijke periode van werk en verblijf in Zwitserland en Duitsland.

Scalzo heeft zich op politiek en sociaal front altijd ingezet voor de zwakkeren in de samenleving, niet alleen voor migrantengroepen. Als in 1986 migranten voor de gemeenteraad mogen stemmen, wordt hij gevraagd zich kandidaat te stellen. Hij twijfelt. Hij heeft een voltijdbaan bij de NKF en daarnaast is hij landelijk voorzitter van de FILEF (Federazione Italiani Emigrati e Famiglie), lid van de Districtsraad en de Bondsraad, voorzitter van de bedrijfsledengroep FNV, lid van het landelijke adviesorgaan voor minderheden van de Industriebond en lid van de Commissie etnische groepen.

Daarnaast zit hij in een commissie die het partijbestuur en Tweede Kamerleden van de PvdA adviseert en in de begeleidingscommissie van de Sociale Raadslieden, een adviesorgaan van B&W in Delft.
Na 14 jaar raadslid te zijn geweest en met de komst van zijn eerste kleinkind in 2000, stopt Scalzo met het gemeenteraadswerk. Tot op de dag van vandaag is hij maatschappelijk betrokken.

Spanje

Spaanse arbeiders 50 jaar in Nederland

Vanaf de jaren ’50 kwamen de eerste gastarbeiders uit Spanje naar Nederland. De Spaanse migranten kwamen vanwege economische redenen maar bij een flink aantal speelde ook politieke redenen een rol. De meesten gingen naar Frankrijk, maar spoedig waren zij ook in Nederland te vinden. Daar werden zij vooral door grote bedrijven geworven, zoals Hoogovens vanaf 1958, in de mijnen, bij Philips Eindhoven, de Twentse textielindustrie, in de Rotterdamse havens en bij de Demka in Utrecht.

Het Franco-regime

In Spanje had Franco met zijn fascistische Falange-beweging zich stevig gevestigd. Hij werd actief gesteund door de Rooms-katholieke kerk. In de context van van de Koude Oorlog streed Spanje ook tegen het communisme. Er werden vier belangrijke Amerikaanse militaire bases in Spanje gevestigd. In feite was deze dictatuur hiermee een soort lid van de NATO. Op het einde van zijn regime probeerde Franco zijn steeds minder populaire bewind te redden. Onder meer door prins Juan-Carlos als zijn opvolger aan te wijzen. Dat kon omdat de monarchie nooit officieel was afgeschaft. De prins kreeg inderdaad de macht na de dood van de dictator in 1975, maar het pakte anders uit dan voorzien. Spanje werd namelijk snel een democratie in de vorm van een constitutionele monarchie. Tien jaar later sloot het land zich aan bij de EEG.