In september 1975 nam mijn 25-jarige moeder, Seema, een moedige beslissing. Met slechts een koffertje in haar rechterhand en mijn kleine zesjarige hand in haar linker, vertrok ze naar Nederland. Op zoek naar een betere toekomst, niet alleen voor mij, maar ook voor de generaties die zouden volgen. Zoals zovelen koos zij voor het zekere in een wereld vol onzekerheden.
Mijn herinneringen aan mijn kindertijd zijn fragmentarisch. In de 50 jaar dat ik in Nederland woon, ben ik slechts drie keer teruggekeerd naar Suriname: in 1987, 2009 en 2016. Lange tijd voelde ik weinig binding met mijn geboorteland. Suriname is ontegenzeggelijk prachtig—rijk aan natuur, doordrenkt met een tropisch klimaat en gevuld met de geur van kruiden en de klanken van Bollywoodmuziek. Toch voelde ik me daar, meer dan in Nederland, een buitenstaander. Mijn manier van lopen, kleden en spreken verraadden mijn Nederlandse kant, waardoor ik in Suriname vaker werd geconfronteerd met discriminatie dan in het Haagse. Ik zweefde tussen twee werelden, misschien zelfs drie, want mijn wortels liggen uiteindelijk in India.
Mijn voorouders hadden de moed om op een schip naar Suriname te stappen. Mijn ouders durfden het vliegtuig naar Nederland te nemen. En ik? Ik zet me in voor een betere toekomst voor mijn kinderen en kleinkinderen. Naast mijn professionele carrière als projectmanager heb ik mij sociaal-maatschappelijk ingezet, onder andere via Het Laakerhuis Debat—een platform voor Hindoestanen zoals ik, die worstelen met de dilemma’s van opvoeding tussen twee culturen, emancipatie, onderwijs, politiek, discriminatie en participatie in een steeds harder wordende samenleving. Ik durf zaken bespreekbaar te maken en vanuit een ander perspectief te belichten. Voor mijn inzet heb ik een Koninklijke Onderscheiding ontvangen en ben ik benoemd tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau.
Naarmate ik mijn geschiedenis beter begrijp, voel ik me steeds meer verbonden met Suriname. Het is een land met ongekende potentie, maar er moet nog veel gebeuren op politiek niveau voordat velen van ons een echte terugkeer overwegen. Als lid van de Raad van Advies van het programma ’50 jaar onafhankelijkheid van Suriname’ draag ik mijn steentje bij door pioniers en strijders van mijn generatie voor te dragen. Hun verhalen en ervaringen zijn de bouwstenen voor een betere toekomst in zowel Nederland als Suriname.
Tot slot wil ik mijn dank uitspreken aan Sahin Yildirim, wiens inspanningen hebben bijgedragen aan de totstandkoming van dit project. Samen bouwen we voort op de moed en het doorzettingsvermogen van de generaties voor ons.
Geschreven door: Jane S. Kuldip-Singh